De bodem is in zicht
De overheid in het algemeen en de fiscus in het bijzonder hebben zich zelf rijkelijk toebedeeld als het gaat om het verhalen van (belasting-)schulden.
De ondernemer die voorziet dat hij zijn belastingschulden niet meer kan betalen moet –op straffe van persoonlijke aansprakelijkheid!- direct bij de fiscus een melding betalingsonmacht doen. De ondernemer moet zichzelf van te voren dus al aangeven, zodat de fiscus zonder op een gerechtelijke uitspraak te moeten wachten, executoriaal beslag kan leggen. Hiermee heeft de fiscus dus een informatievoorsprong ten opzichte van gewone schuldeisers. Nog een voordeel voor de fiscus is dat hij niet langs de rechter hoeft, maar zelf een dwangbevel mag uitschrijven dat even sterk is als een vonnis..
Als een gewone schuldeiser zijn vordering wil incasseren, kan hij zich slechts verhalen op de zaken die eigendom zijn van de schuldenaar, waarbij hij de opbrengst vaak aan anderen moet afstaan of met hen moet delen. De fiscus heeft echter een ‘bodemrecht’: hij mag beslag leggen op de roerende zaken die zich op de bodem van de belastingschuldige bevinden. Met de opbrengst daarvan worden belastingschulden verrekend.
Het maakt hierbij niet uit wiens eigendom die zaken precies zijn en de fiscus heeft ook nog eens voorrang op andere zekerheidsgerechtigden, zoals pandhouders. Er zijn een paar manieren bedacht om deze oneerlijke concurrentie te omzeilen. Zo kun je er voor zorgen dat de roerende zaken niet meer op de bodem staan, bijvoorbeeld het omzetten van een stil pandrecht in een vuistpandrecht of het verhuren van de bodem van de belastingschuldige.
U zult begrijpen dat de fiscus hiermee wel eens achter het net vist. De overheid heeft daarom een nieuwe regeling vastgesteld. De zekerheidsgerechtigde (denk aan bank, leasemaatschappij of pandrecht houdend schuldeiser) moet voortaan aan de Ontvanger melden dat hij zijn zekerheidsrechten wil gaan uitoefenen. De Ontvanger heeft dan vier weken de tijd om alsnog beslag te leggen en zichzelf zo voorrang te geven. Als de fiscus niet tijdig reageert, heeft de zekerheidsgerechtigde nog maar vier weken de tijd om zijn zekerheden in te roepen. Je hoeft geen professor in de economie te zijn om te kunnen voorspellen dat dit voor ondernemers geen opsteker is in de toch al lastige kredietmarkt.